Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En Jezus, hem aanziende, [16]beminde hem, en zeide tot hem: Een ding [17]ontbreekt u; ga heen, [18]verkoop alles, wat gij hebt, en geef het den armen, en gij zult een schat hebben in den hemel; en kom herwaarts, neem het kruis op, en volg Mij. 16. Dat is, toonde Hem tekenen van toegenegenheid, gelijk dit woord somwijlen ook betekent. Want Christus heeft die ook enigszins lief, die zich uiterlijk naar Gods geboden schikken. Zie voorts de aantekeningen Matth.19:17, enz. 17. Namelijk dat gij niet God en zijn Woord bovenal liefhebt, hetwelk nochtans het voornaamste is in de wet. 18. Dit was een buitengewoon gebod, hetwelk Christus dezen jongeling geeft om hem te beproeven en zijne onvolmaaktheid te doen blijken.